Ramanas op zoetzuur




Er kwamen drie grote ramanassen op mijn pad. Ja, ja, ik heb soms bijzondere ontmoetingen :-). Eigenlijk wist ik niet zo goed wat ik ermee aan moest. Eén ramanas, ok. Daar maken we wel salade van. Maar drie van die joekels? Maar na enig speurwerk op internet, kreeg ik het idee om in elk geval 1 ramanas op zoetzuur te zetten. Ik heb ervan geproefd en het is nú al heerlijk! En dat terwijl de smaak van het zoetzuur zich toch voor het mooi echt nog even moet ontwikkelen. Ik deel graag het recept:

Ingrediënten:
1 flinke ramanas (of rettich of daikon, net hoe je hem noemen wilt)
1 eetlepel grof keltisch zeezout
1/4 cup suiker (je kunt ook honing nemen)
1 cup water
1/2 cup appelazijn
1 tl inmaakkruiden

Werkwijze:
Schil de ramanas en snijd hem in lucifertjes. Ik gebruikte hiervoor mijn mandoline, waarmee ik op de fijnste stand plakjes schaafde, die ik vervolgens met een mes in lucifertjes sneed.



Voeg het zout en de suiker toe en werk dit er goed doorheen.



Maak een mengsel van het water, de azijn en de inmaakkruiden. Doe de ramanas in brandschone schroefdekselpotjes (of weckpotjes). Vul de potjes af met het azijnmengsel. Schroef de deksels op de potjes en zet ze in de koelkast tot gebruik.
Het lekkerst is om een paar dagen geduld te hebben, zodat de smaken goed ingetrokken zijn. De ramanas op zoetzuur is in de koelkast wekenlang houdbaar.
Lekker bij sla, op een boterham met kaas of worst, bij nasi, bij bami of bij wat maar een lekker fris zuurtje gebruiken kan!


Een Cups-matensetje is bij dit soort recepten heel handig.
Om wat meer kleur in de pot te krijgen, kun je een deel van de ramanas vervangen door wortel, of door bijvoorbeeld wat gesnipperde rode paprika toe te voegen.