De werkwijze voor het maken van walnotenspijs is nagenoeg gelijk aan die van amandelspijs. Ik zal het recept voor walnotenspijs uitschrijven en daarna vermelden wat er anders is, als je amandelspijs maakt.
Qua toepassingen is er geen verschil. Qua smaak wel. Amandelspijs heeft het bekende bittertje, wat je kent van bitterkoekjes. Walnootspijs smaakt echt naar walnoot. Toepassingen die ik erg lekker vind met walnootspijs zijn: een laagje in appeltaart, een laagje in gevulde boterkoek of in gepofte appels uit de oven.
Nodig:
250 gr. walnootstukjes
250 gr. extra fijne kristalsuiker
1 klein ei, losgeroerd
eventueel citroenrasp naar smaak
Werkwijze:
Vermaal de walnootstukjes. Dit gaat heel gemakkelijk in de hakmolen (van een staafmixer). Doe de vermalen walnootstukjes samen met de suiker en het ei in een kom en meng alles goed door elkaar tot een homogene massa. Meng er tenslotte eventueel nog wat citroenrasp door. Je amandelspijs is nu klaar voor gebruik, maar is lekkerder, als je het de tijd geeft om nog een poosje te rijpen. Je verpakt hiervoor de spijs in huishoudfolie of in een bijenwasdoek en legt het in de koelkast.
Wanneer je amandelspijs maakt, gebruik je in plaats van walnoten amandelen (zonder vliesje). Nog gemakkelijker is het, om amandelmeel te nemen. Dat is niet anders dan gemalen amandelen. Het recept is verder hetzelfde als dat van walnootspijs.